Wat hebben we aan natuur in Best
De natuurlijke mogelijkheden in Best



Best ligt aan de noordelijke rand van de Kempen, ten noorden van de Kempische zandrug. Een deel van Best ligt op de sandr (zandrug) die ooit in een ijstijd is ontstaan. Zo zijn de wijken Heivelden en Heuveleind gebouwd op in feite een bodem bestaande uit zandvlaktes die weer op leempakketten liggen. Voor de wijken er kwamen, waren het overigens uitgebreide landerijen. In De Vleut is een deel van de bodem ontstaan doordat ooit de Maas hier een kronkel maakte en de bodem tot meer dan dertig meter diep uitsleet, waarna deze volwaaide met leemdeeltjes. Daar waar de provincie Brabant overwegend zandgrond kent, kent dat deel van De Vleut dus vrijwel ondoordringbare leemgrondlagen die ook heel diep komen. Onder een groot deel van Best vinden we overigens die leemlagen. Ze zijn alleen niet overal even dik en diep.
Zouden we de natuur in en rond Best ongestoord haar gang laten gaan, dan zou er in enkele tientallen jaren tijd een enorm dik en ondoordringbaar woud ontstaan. Waarom is dat woud er nu dan niet zult u zeggen...
De VOC is er vooral de oorzaak van dat de bomen weg zijn. Het gewest Holland zag eeuwenlang in Brabant een mooi wingewest en als eerste haalden ze hier de bomen weg om daarmee de steden en de schepen te bouwen. In Brabant ontstonden als gevolg daarvan zandverstuivingen en heidegebieden.
Brabant was tot 1900 vrij dun bevolkt en het was vooral een arme provincie. Herbeplanting was geen verplichting en men dacht er waarschijnlijk niet eens aan om zoiets te doen. De zandgronden kwamen door die aantasting van de natuur steeds verder bloot te liggen.
We kennen weinig 'echte' natuur in Best. In feite is al het groen door de mens geplaatst of gecreëerd. Het meest natuurlijke is dan nog natuurgebied De Scheeken in het noorden van De Vleut. Dit gebied was het laatste stukje vasteland Nederland dat ontgonnen werd. Het was lang veel te nat om er veel te kunnen doen.
De Scheeken is te bezoeken, maar het gebied is niet erg makkelijk bereikbaar en ook nog altijd erg nat. Niet veel mensen gaan die richting op. Er zijn plannen om ook dit gebied beter voor dagrecreatie te openen.
Extreem veel drukker is het in de bossen rond het Joe Mann theater. Deze bossen zijn ooit aangelegd om de mijnbouw in Limburg te kunnen voorzien van hout. De gangen in de mijnen werden gestut met Brabants naaldhout. De mijnen gingen dicht, de bossen mochten doorgroeien. Gaandeweg worden deze bossen echt volwassen en neemt het bijna industrieel aangelegd zijn er van minder de overhand. De rechte paden in het bos geven nog wel goed aan dat efficiëntie de bovenhand voerde bij de aanleg.
Ten zuiden van die bossen liggen enkele plassen. Deze plassen zijn deels ontstaan door winning van grond, zand en grint voor de snelwegen. Enkele andere gaten zijn historisch zo ontstaan door zandverstuivingen nadat de oerbossen gekapt waren. Er is ook sprake van water dat 'spontaan' uit de bodem kwelt. Deels zien we dat ook in het noorden van de Vleut in het Broek.
Er bleef na de aanleg van de snelweg een volgelopen gat langs de snelweg over en een ondernemer heeft ooit voor het symbolische bedrag van 1 gulden dit volgelopen gat overgenomen. Met tientallen vrachtwagens is zand aangevoerd om een strand te creëren en het is nu een prachtige plas met er omheen verschillende horeca gelegenheden en prima dagrecreatie mogelijkheden. Er vinden ook regelmatig festivals op het terrein plaats.
In de noordelijke hoek tussen de snelweg en het kanaal vinden we het (verplaatste) monument van Joe Mann. Deze Amerikaanse soldaat overleed september 1944 toen hij zijn lichaam op een granaat wierp om daarmee zijn collega's het leven te redden. Vanwege de later aangelegde snelweg is het monument enkele tientallen meters verplaatst. Het gebied achter het monument bestaat tegenwoordig uit bos en een enorm heidegebied. Het is recent weer aangepakt om de heide een kans te geven. We zijn zo gewend geraakt aan de heide dat we blijkbaar het idee hebben dat dit een natuurlijke situatie voor de lokale natuur is. Dat is allerminst zo, maar we slopen het bos dus nu actief om onnaturlijke heide gebied te creëren. Ook dat noemen we 'natuur'. Het is er overigens wel mooi maar het is volledig aangelegde natuur en totaal niet natuurlijk voor het gebied.

Hier ziet u zo'n stukje waarbij links het bos is verdwenen en heide een kans gaat krijgen. Er lopen ook schapen om het gras weg te vreten. Die schapen moeten flink aan de bak, zoveel werd me recent al wel duidelijk.
We hebben in Best ook vrij uitgestrekte landerijen. Dat is te "danken" aan de ruilverkaveling die eind jaren zeventig voltooid was. Kleine, niet rendabele, percelen met er omheen houtwallen en rijen populieren werden samengevoegd tot grote plakken (akkers) en het kleinschalige coulissenlandschap ging steeds meer lijken op de Hollandse polders met enorme vergezichten. Sommigen vinden het mooi, anderen missen de verrassingen van de kleine akkers met bij iedere akker een ander uitzicht. Net als elders in Brabant verdwenen de houtwallen.
Er zijn enkele wandelingen uitgezet in het buitengebied. De Klompenroute is één zo'n wandeling. Ook de boerderijen route is een heel interessante wandeling. Ook regionale wandelrouters lopen door het gebied. Die klompenroute loopt langs waar de bomen voor de klompen groeiden en langs de plekken waar ooit de klompenfabrieken stonden. Klompenfabrieken is een groot woord. Vaak waren het schuren waar in de loop van de tijd steeds meer machinaal gewerkt werd, tot de klompenindustrie hier geheel verdween. De klompenindustrie ontstond hier doordat de populier hier goed groeide en de boeren in de winter tijd hadden om hun karige inkomen aan te vullen met het maken van klompen.
Binnen de bebouwde kom van Best zijn er enkele kleinschalige parken. Zo is er het Wilhelminapark. Dit ontstond min of meer onder de hoogspanningsdraden waaronder op een gegeven moment niet meer gebouwd mocht worden. Het werd dus een groenstrook toen de landerijen aldaar in de jaren tachtig met huizen volgebouwd werden.
In het centrum is er ook de koetshuistuin. Dit was voor de Tweede Wereldoorlog de tuin van een huis dat in 1944 bij de bevrijding van Best onherstelbaar verwoest werd.
Hier nog een laatste foto van dit na de oorlog gesloopte huis.

In de nog altijd bestaande tuin een monument voor de 'Schotse' brigade die zo hard om de bebouwde kom van Best gevochten heeft. Het was in naam een Schotse brigade. In de Eerste Wereldoorlog was het nog echt een Schotse brigade, maar toen in de verschillende grote veldslagen de mannen uit de verschillende regionale regimenten massaal afgemaakt werden, kwamen hele dorpen zonder mannen te zitten. Na de Eerste Wereldoorlog bleef het dus wel in naam een Schots regiment, maar de soldaten kwamen vanuit heel het Verenigde Koninkrijk.
De Vleut werd overigens al eerder tijdens de luchtlandingen rondom Market Garden door de Amerikaanse 101ste Screaming Eagles brigade bevrijdt. Die mannen werden later wereldberoemd vanwege het beleg rondom Bastogne.
Er is ook het Kruispark, alwaar het oorlogsmonument staat.
Aan de rand van de Salderes is ook nog een strook met groen gerealiseerd. Leuk om er met de hond te lopen, maar niet mooi genoeg om er speciaal naar toe te gaan.
Eén van interessantste routes in Best is de Sint-Oedenrodeseweg die overgaat in de Nieuwstraat, Hoofdstraat en Oirschotseweg. Deze Oost-West verbindingsroute was vooral een lokale weg voor mensen uit de directe omgeving.
Ze liep in feite tussen de droge zuidelijke gronden en de natte noordelijke gronden. Net de strook ertussen was het best begaanbaar toen mensen ooit hun eerste stappen in de regio gingen zetten. De boerderijen kwamen dan ook vooral ook langs die strook te staan. Dit was mede omdat ook net ten noorden van die lijn makkelijk drinkwater te vinden was. Je hoefde niet ver te graven voor je het grondwater bereikte. Ideaal voor boerderijen.
Ook de kerk kwam uiteraard langs die weg te staan en dan ook nog eens op een hoog punt dat altijd droog bleef. Deze weg was verre van recht, want ze liep met het landschap mee. De 100 bochten weg was lange tijd de volksbenaming voor deze weg.
Met de toenemende snelheid van het verkeer nam langs de weg het aantal bomen met littekens gaandeweg toe. Bij 'verbeteringen' aan de weg zijn heel wat hoekjes en bochten verdwenen. Ook is de weg enorm veel breder geworden. Daar waar de boerderijen eerst tot wel 10 meter van de weg af lagen, zien we nu dat sommige boerderijen bijna tegen de weg aan zijn komen te liggen.
Eén van de meest opvallende voorbeelden is helaas enkele jaren geleden gesloopt. Een logische sloop voor het feit dat je er wilt wonen, maar historisch gezien wel jammer.
U ziet hier een foto van die nu niet meer bestaande boerderij. Dit was de boerderij op de Sint-Oedenrodeseweg 22. Er is nu een mooie nieuwe woonboerij geplaatst. Deze staat weer verder van de weg af en opvallend genoeg is de nieuwe woning met de kop de andere kant op geplaatst. Opvallend omdat de andere langgevel woonboerderijen hun kop langs deze weg naar het zuiden hebben gericht. Dat heeft blijkbaar geen aandacht gehad van de architect. (Geen historisch besef, of een bewuste keuze?)

De boerderij zelf was enorm oud, maar de buitenmuur was er in de jaren zeventig voor gemetseld. De boerderij was ondertussen helemaal tegen de weg aan komen te liggen.
Een mooi en in 2017 nog wel bestaand element op de Sint-Oedenrodeseweg is het feit dat er doorkijkjes zijn. Tussen de lintbebouwing liggen er nog altijd akkers. Het kost moeite om te voorkomen dat we het niet alsnog dichtbouwen. Heel wat percelen zijn in de loop van de tijd gesplitst waarna er op ieder deel weer een nieuw huis gezet werd. Al jaren wordt er voor gepleit de doorkijkjes te handhaven, maar het blijft lastig en er is ook geen wettelijke bescherming tegen steeds verder volbouwen.
Hier nog even een verhaaltje over langgevel boerderijen.
Wil je gaan wandelen onder professionele begeleiding, kijk dan op de site van Ilse Bos die hier een interessant aanbod voor heeft. Ze schrijft ook over haar wandelingen. Lees dat hier